Tag Archief van: terborg

Slaapproblemen bij kinderen

Bijna 1 op de 3 kinderen tussen de 3 en 10 jaar heeft last van slaapproblemen. Als een kind slecht slaapt dan heeft dit vaak veel impact op het hele gezin. Iedereen raakt oververmoeid. Zelf heb ik die ervaring met mijn jongste, wij kwamen ’s nachts aan hooguit een uur slaap. Mijn leven ging overdag gewoon door, hij heeft ook twee broers waar gewoon voor gezorgd moest worden en wij hadden natuurlijk ook nog een baan. Gekmakend dus en moeilijk vol te houden, hoe goed je de pijn ook probeert te verdelen.

Slaapproblemen bij kinderen

In dit artikel lees je hoe het kan komen dat je kind slecht slaapt. Hoe ontstaan slaapproblemen? Je leest ook tips per leeftijd, die kunnen helpen om je kind weer beter te laten slapen.

Slaapproblemen komen veel voor bij kinderen.  Naar schatting 15 tot 30% van alle kinderen heeft moeite met inslapen of doorslapen. Slaapproblemen zijn niet alleen zwaar voor je kind maar ook voor jou als ouder. Geen goede nachtrust kan gevolgen hebben voor de concentratie en je bent sneller prikkelbaar. Het kan een behoorlijke wissel trekken op jullie welzijn en dat van de rest van het gezin.

Hoeveel slaap heeft een kind nodig?

Een kind van 3 tot 5 jaar heeft ongeveer 10 tot 13 uur slaap nodig. Van 5 en 6 jaar nog 10 tot 12 uur. Van 7 tot 10 jaar nog 9 tot 12 uur. Dit zijn richtlijnen. Er zijn kinderen van 3 jaar die genoeg hebben aan 10 uur slaap, dan is er geen sprake van een slaapprobleem als een kind dat om 7 uur ’s avonds naar bed gaat om 5 uur wakker is. Goed om rekening mee te houden en eventueel de bedtijd later te laten beginnen.

Waarom slaapt mijn kind slecht? 

Slaapproblemen bij kinderen kunnen door verschillende factoren ontstaan. Naast aanleg speelt ook de reactie van ouders op het gedrag van het kind mee. Bijna alle kinderen worden ‘s nachts wel eens wakker. Als ze alleen opnieuw in slaap kunnen vallen als jij er bent of als ze hun speen hebben, kunnen er slaapproblemen ontstaan.

Lichamelijke oorzaken

Ook lichamelijke oorzaken kunnen slaapproblemen veroorzaken. Bijvoorbeeld allergieën, darmproblemen en oorproblemen. Dat was bij mijn zoon het geval, juist ’s nachts had hij meer last van zijn oren. Ook kan benauwdheid een rol spelen bij het krijgen van slaapproblemen. Te grote keelamandelen of overgewicht kunnen leiden tot benauwdheid.

Snurkt jouw kind? Dan is het goed om na te gaan waar het probleem vandaan komt.

Angsten of piekeren

Een andere belangrijke oorzaak van slaapproblemen is moeite met inslapen door angsten of piekeren. Bijvoorbeeld doordat je kind veel stress ervaart, zich zorgen maakt of iets naars heeft meegemaakt. Hier kan superpowerspray met een superpowersteen wonderen doen. De steen is voorzien van “glow in the dark” steentjes die een aangename gloed verspreiden en een kind geruststelling geven. Kijk hier waar je deze set kunt bestellen.

Enge griezels die een kind uit de slaap houden

Sommige kinderen hebben een rijke fantasie. Hierdoor kunnen ze de wereld duiden, niets mis mee zou je zeggen. Maar toch wel als dit betekent dat er giezels zijn die een kind uit de slaap houden en er slaapproblemen ontstaan. Mijn broertje had vroeger spoken die in de muur woonden. Geen makkelijke taak voor mijn ouders om dat uit zijn hoofd te praten. Erken dat de griezels er zijn en geef een kind munitie om ermee te dealen. Met heks/ spook of monsterweg jaagt een kind zelf de plaaggeesten weg en door het amulet met “glow in de dark” stenen blijven ze ook weg. Kijk snel hier waar je ze kunt bestellen.

Hoe help je een kind goed te laten slapen?

Zorg er allereerst voor dat het kind een fijne slaapplek heeft. Ook een rustig slaapritueel en een goede dagindeling is belangrijk. Dit zijn namelijk voorwaarden voor een kind om goed in te kunnen slapen. Als een kind moeite heeft met doorslapen kan het ook goed zijn om te kijken hoe de dag en avond verlopen zijn. Is een kind wel genoeg buiten geweest. Heeft het wel genoeg beweging gehad? Hoeveel kijkt een kind naar een beeldscherm?

Wat als de tips bij slaapproblemen voor een jong kind onvoldoende helpen?

Als de tips voor het goed inslapen onvoldoende helpen en er is geen lichamelijke oorzaak voor de slaapproblemen, dan kan je kijken of een gedragsmatige aanpak helpt. Het doel is bereikt als de peuter of kleuter zelf  in slaap kan vallen, en daarbij niet afhankelijk is van jou. Kies een methode die goed bij jou en het kind past, zodat je het ook echt consequent kunt volhouden!

De strenge methode

Sommige kinderen zijn gewend dat ze altijd een reactie krijgen als ze roepen of huilen. Ze leren dan niet zelf in slaap te vallen. Probeer een tijdje om niet te reageren op het aandacht vragen van een kind. Als je kiest voor deze methode, leg dit dan van tevoren goed aan het kind uit. Wees niet verbaasd als het gedrag in eerste instantie verergerd. Zodra een kind doorheeft dat schreeuwen, huilen of roepen niet het gewenste resultaat heeft zal het ongewenste gedrag afnemen. Als je deze methode toepast is het heel belangrijk om zeker te  weten dat je kind niet ziek is. Als je deze methode niet kan volhouden ( het kan namelijk heel heftig zijn om je kind zo te horen huilen en schreeuwen), kies hier dan niet voor niet voor. Een kind dat na een tijdje schreeuwen toch gehoord wordt, leert: “Als ik maar lang genoeg schreeuw, komt mama of papa wel”.

De strenge methode, light versie

Als je de ‘strenge methode’ naar vindt en het juist fijn vindt om af en toe bij een kind te gaan kijken. Kies dan voor de methode waarbij je volgens een vast schema even kort gaat kijken bij een kind.

Zeg tegen het kind dat het moet gaat slapen en dat je over 5 minuten weer even komt kijken. Als het kind gaat roepen of schreeuwen, blijf je toch 5 minuten weg om dan pas weer even te komen kijken. Deze 5 minuten kun je langzaamaan verlengen met een paar minuten, je gaat dan pas na 8 minuten weer kijken, 10 en zo door, tot het niet meer nodig is. Maak als je op de slaapkamer komt geen oogcontact met het kind, geef het wel een aai en een kus en zeg een kort geruststellend zinnetje zoals: “Ga maar lekker slapen” . Voer vooral geen hele gesprekken, want daar wordt een kind alleen maar wakker van.

Stappenplan methode

Bij deze methode blijf je bij het kind in de kamer, maar je reageert niet op zijn of haar gedrag. Je maakt geen oogcontact en praat niet tegen het kind, maar je bent wel aanwezig. Zo kun je elke dag een stukje verder van je kind vandaan gaan zitten. Eerst ga je naast het bed zitten en zo elke keer een stukje verder tot je bij de deur zit, en daarna buiten de kamer op de trap bijvoorbeeld. Deze manier werkt goed als een kind last heeft van verlatingsangst. Je leert een kind dan om zelf in slaap vallen, maar wel in aanwezigheid van jouw veiligheid.

Ontspannen

Zorg dat je kind zoveel mogelijk ontspant voor het inslapen. Dit kun je doen door vaste rituelen. Daarnaast kun je een extra ontspannende oefening met je kind doen voor het inslapen. Bijvoorbeeld een massage, een meditatie-oefening of een ontspanningsoefening, zoals ademhalingsoefeningen.

Televisie kijken wel of niet?

Probeer het kijken naar televisie of een beeldscherm te beperken tot op zijn hoogst een uur voor het slapen gaan.  De reden is dat een beeldscherm licht geeft en dit houdt de aanmaak van melatonine tegen. Melatonine is een hormoon dat je lichaam aanmaakt dat zorgt voor slaperigheid. Je hebt dus juist melatonine nodig om goed in slaap te kunnen vallen.

Tips bij slaapproblemen voor kinderen vanaf 7 jaar

Heeft een kind op deze leeftijd nog steeds moeite met in slaap vallen, dan kan je het beste het kind betrekken bij het maken van een plan. Net als bij peuters en kleuters is het ook op deze leeftijd belangrijk om eerst de al genoemde tips toe te passen. Begin daar eerst mee en pas als het nodig is eventueel de volgende adviezen toe.

Praat met je kind

Voer een gesprek met het kind over het slapen. Stel vragen en luister, zonder gelijk tips of adviezen te geven. Vraag aan het kind of hem/ haar iets dwars zit en hoe het komt dat het slapen niet lukt. Maakt het zich zorgen of ligt het te piekeren, zit het niet lekker is zijn/ haar vel? Vraag wat het kind zou kunnen helpen om makkelijker te slapen. Heeft het kind zelf misschien al een idee waardoor hij of zij beter kan slapen? Bekijk dan samen of je dit kunt uitproberen.

Is er geen aanleiding voor de slaapproblemen, bedenk dan welke van de bovenstaande methodes het beste bij jou en je kind past. Nadat je gekozen hebt is het belangrijk om dit met je kind te bespreken. Leg goed uit waarom je het belangrijk vindt dat het kind goed leert slapen. En leg ook uit hoe jullie dit gaan aanpakken en waarom.

Betaalsysteem

Als je kind vaak uit z’n bed komt, kun je een “betaalsysteem” invoeren waarmee je duidelijk maakt hoe vaak een kind uit bed mag komen. Dit kan doormiddel van kaartjes of knikkers. Je kind mag bijvoorbeeld het aantal keren komen dat er knikkers zijn. Het levert elke keer een knikker in. Begin bijvoorbeeld bij 3 en bouw dan af. Daarna negeer je Je kind krijgt dan één pas, die hij één keer mag gebruiken. Je kind mag dus één keer roepen of uit bed komen. Daarna levert hij de pas in en negeer je het roepen.

Meditatie

Er zijn kinderen die veel piekeren voord het inslapen. Deze kinderen kunnen moeilijk ontspannen en vallen hierdoor niet in slaap vallen. Een meditatie- of een mindfulness-oefening kan helpen. Een kind leert z’n aandacht te richten op het hier en nu, waardoor hij of zij stopt met piekeren. Er zijn veel boekjes met leuke mindfulness-oefeningen voor kinderen tussen de 5 en 12 jaar en hun ouders. Een voorbeeld van een leuk en bruikbaar boek is ‘Meditaties voor kinderen en tieners’  De meditaties zijn erg goed bruikbaar, veelzijdig,  mooi verwoord en prachtig geïllusteerd. De thema’s die aan de orde komen zijn: troost, liefde, vrede, bescherming. Het boek is verder prachtig geillustreerd. Ook de “doe” meditaties zijn mooi en duidelijk beschreven. Kortom een superboek. Wat ook erg handig is, is dat goed staat aangegeven voor welke leeftijd de meditaties geschikt zijn. Ook geïnteresseerd om met je kind te mediteren? Het boek ‘Meditaties voor kinderen en tieners’ vind je hier. 

Bronnen

NJI – Richtlijn gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen
Kennis centrum Kinder en jeugdpsychiatrie – Slaapproblemen

 

Kom je er nog niet uit hoe je je kind kunt helpen? Neem dan contact op via mail, misschien kan ik jullie weer op weg helpen.

Hoogbegaafd, wat is het ?

Deze week is het de week van de hoogbegaafdheid. Mooi moment om eens wat meer stil te staan bij wat hoogbegaafdheid is. Wat betekent het als je hoogbegaafd bent? Wat zijn de valkuilen? Hoe haal je het beste uit je slimme kind?

Wat is intelligentie?

De omschrijving voor intelligentie die het meest wordt gehanteerd is: Het vermogen om doelgericht te kunnen handelen, rationeel te denken en dit goed toe te kunnen passen. In het geval van een kind wordt gekeken of het een kind lukt om zich aan zijn omgeving aan te passen en over welke vaardigheden beschikt het. Er is dus naast een vaardigheidsonderzoek over welk niveau een kind heeft bij het schoolse leren ook een grijs gebied. Om te kunnen slagen zijn doorzettingsvermogen en anderen persoonlijkheidskenmerken nodig. Die vaardigheden zijn moeilijk meetbaar. Een hoog IQ hoeft dus niet automatisch in te houden dat een kind ook hoogbegaafd is.

Verdeling IQ scores

Grofweg is de IQ score verdeeld in groepen, een IQ van 70 en lager wordt gezien als moeilijk lerend. Van 80 tot 90 ben je beneden gemiddeld intelligent, van 90 tot 110 spreken we van een gemiddeld IQ, van 111 tot 120 bovengemiddeld ,bij 121 ben je begaafd en vanaf 130 hoogbegaafd.

Wat is hoogbegaafdheid?

De term hoogbegaafd krijg je als je een IQ vanaf 130 hebt. Zoals hierboven te lezen is blijft er een gebied onderbelicht. Daardoor zegt zo’n getal niet alles en kan het voorkomen dat een kind dat goed heeft gescoord op de IQ test toch in de praktijk moeilijkheden tegenkomt.

Testen

Het IQ wordt vaak bepaald door testjes. Zo wordt gekeken of een kind ziet wat er op een afbeelding van een voorwerp ontbreekt, de algemene kennis wordt getest maar ook bijvoorbeeld rekenen, er wordt getest op maar liefst 13 deelgebieden. Hier wordt een scoringstabel op gelegd waarin ook de leeftijd van het kind wordt meegenomen. Een goede test krijg je door alle factoren mee te nemen tijdens het testen. Zoals de omstandigheden waarin de test heeft plaatsgevonden, observaties tijdens het onderzoek, schoolresultaten maar ook medicijn- en stemmingmiddelengebruik etc.

Verbaal/ performaal

Wat wordt nu bedoeld met verbaal en performaal? Niet alle soort intelligentie zijn bij elk kind even sterk ontwikkeld. Disharmonie is een veelvoorkomend verschijnsel. Veel hoogbegaafden hebben een hoog verbaal IQ: ze zijn taalgevoelig, denken snel en hebben een ruime woordenschat. Het performale IQ geeft aan hoe groot het handelend vermogen van het kind is.

Disharmonie

Een test kan de ontwikkeling van sterke en zwakke kanten laten zien.  Er is sprake van een disharmonisch profiel wanneer er opvallende verschillen bestaan tussen de verbale en de performale intelligentie. Dit is meestal een teken dat er iets aan de hand in de ontwikkeling.  Het wordt ook wel aangeduid met de term ‘verbaal/performaal kloof’.

Kinderen en jongeren die verbaal sterk zijn, worden overschat. Ze hebben vaak meer tijd nodig bij taken met ruimtelijk inzicht en organiseren. Kinderen en jongeren die non-verbaal sterk zijn, worden onderschat. Ze zijn juist sterk in visueel en praktisch handelen.

hoogbegaafd

Diverse testen

De bekendste testen die gebruikt worden zijn de WISC en de Rakit. Er zijn online veel gratis testen te vinden. Die geven misschien een beeld maar zijn zeker niet vergelijkbaar met testen die door psychologen of andere gekwalificeerde helpverleners worden afgenomen.

Valkuilen

Het algemene beeld is dat bij een kind dat hoogbegaafd is alles gemakkelijk en vanzelf gaat. Ze kunnen slagen zonder hulp. De valkuilen bij een disharmonisch profiel kunnen zijn dat een verbaal sterk kind overschat wordt en een performaal sterk kind onderschat wordt.

Ook onder hoogbegaafden komt bijvoorbeeld dyslexie en dyscalculie voor. Maar ook emotionele problemen als faalangst kunnen er voor zorgen dat een kind blokkeert. Dat gevaar  aanwezig omdat een hoogbegaafd kind anders denkt en dingen verwerkt dan een kind met een lager IQ. Niet beter, niet slechter, maar anders. Door steeds te ervaren dat je anders bent heb je de neiging je aan te passen. Op leergebied kan het averechts werken. Eén van de grootste problemen is dat hoogbegaafde kinderen niet hebben leren leren. Waar ligt dan eigenlijk het talent? Hoe ga je om met verwachtingen, geven die spanning en stress? Wat doe je als iets saai is, zet je dan door?

Meer informatie over hoogbegaafdheid vind je in het boek ‘Meer dan intelligent’ van Tessa Kieboom en Kathleen Venderickx. In dit boek worden de vele valkuilen bloot gelegd die er kunnen ontstaan bij het hebben van een hoog IQ . Maar ze reiken ook concrete tools aan die hoogbegaafden kunnen helpen om hun talenten te laten floreren en gelukkiger in het leven te staan.

Het boek vind je hier

Mooi verhelderende lezing

Hoe het werkt wordt supergoed uitgelegd in deze lezing van Linda Silverman voor SLO. Hij is lang en in het Engels maar ongelooflijk verhelderend.

Ik leer leren

Ik leer leren is een training een kind helpt om zijn/ haar eigen leerstijl te ontdekken. Tijdens 5 bijeenkomsten worden de leerstijl, faalangst en motivatie, plannen en organiseren, concentratie en uiteindelijk gemakkelijke manieren om saaie lesstof te kunnen onthouden behandeld.

Als je dus denkt, hoe is het toch mogelijk dat mijn slimme, al dan niet hoogbegaafde kind toch slechte cijfers haalt. Laat het het dan zelf uitzoeken en volg een training bij een gecertificeerde ‘Ik leer leren ’trainer

Stuur mij een bericht voor een vrijblijvende kennismaking.

Vertrouwen is een basisbehoefte

Vertrouwen is een basisbehoefte. Voor kinderen is het belangrijk dat mensen ze vertrouwen. Als je net niet vaak genoeg dat vertrouwen krijgt dan maakt het niet meer uit om betrouwbaar te zijn. Dat werkt uiteraard twee kanten op. Er zijn kinderen die keer op keer de fout in gaan. Toch zal je om het tij te keren op enig moment kinderen weer verantwoordelijkheden moeten geven en er op vertrouwen dat ze zich aan de afspraken houden. Al dan niet met sancties als ze zich niet aan de afspraken houden maar na die sancties is het belangrijk om het vertrouwen weer te geven zodat een kind kan bewijzen dat het wel betrouwbaar is.

Tikkie

Ik was vandaag aan het chatten met iemand die een spel bij mij wilde kopen. Het leek allemaal goed te gaan tot de betaling. Toen ik voorstelde om een tikkie te sturen haakte de mevrouw af. Ze wist niet wat een tikkie was en vertrouwde mij niet meer. Zelfs het voorstel om het gewoon over te maken kon haar er niet meer van overtuigen dat ik echt een betrouwbare partij ben.

Natuurlijk is het logisch dat mensen meer op hun hoede zijn. Maar toch doet het wat met je als je wordt aangezien voor een oplichter, een valsspeler. Ik vond het erg vervelend om als onbetrouwbaar te worden gezien.

Als kinderen geen vertrouwen krijgen

Zo ook met kinderen die het ,zeg maar, aan zich gekleefd hebben. Kinderen naar wie altijd iedereen gelijk kijkt ook al hebben ze het niet gedaan. We kennen allemaal dit soort kinderen. Ze komen altijd in de problemen.

Ook logisch vaak, dat ze verdacht worden, maar niet altijd even pedagogisch. Als je 9 keer de fout in gaat dan zal het de 10e keer ook wel raak zijn. Een kind dat vals beschuldigd wordt zal zich uiteindelijk niets meer van regels en wetten aantrekken. Het maakt namelijk niet uit wat ze doen, het is altijd fout.
Maar wat doet dat gebrek aan vertrouwen met de basisbehoefte van iemand? Een gevoel van als onbetrouwbaar te worden gezien kan lang doorwerken. Het gevolg is dat je dan echt onbetrouwbare mensen krijgt. Mensen die anderen oplichten en de toon zetten voor degenen die het wel goed bedoelen.

Als het vertrouwen van kinderen beschaamd wordt

Ook andersom werkt vertrouwen. Kinderen moeten ouders ook kunnen vertrouwen. Ook vertrouwen op en in je ouders is een basisbehoefte. Na een echtscheiding ontstaan veel problemen omdat dit vertrouwen wordt beschaamd. Slecht praten over de andere ouder is één van de voorbeelden die vertrouwen ondermijnen. Een kind zal hoe dan ook in een loyaliteitsconflict komen. Tea Adema heeft hier ook een duidelijk blog over geschreven.

Bewijs

Beschuldig je kind pas als je bewijs hebt. Onterecht beschuldigd worden is desastreus.  Voor zo’n verkoop maakt het niet uit. Ik ken de mevrouw niet dus “no harm done”. Maar als het je kind betreft, zorg voor bewijzen ,confronteer daarmee en zoek uit hoe het heeft kunnen gebeuren en bespreek hoe het een volgende keer beter kan.

Herkenbaar? Wordt jouw kind ook altijd aangekeken of was jij vroeger altijd de sjaak?

Als kindercoach kan ik helpen om het vertrouwen weer te herstellen. Wil je een vrijblijvend gesprek? Bel me gerust op 06 22479223 of neem een kijkje op http://www.monique-boost.nl om te zien wat ik nog meer voor je kan doen.

Oogproblemen bij kinderen

Kijk haar stralen!

Deze schattige foto kreeg ik doorgestuurd van een ouder die op mijn advies met haar dochter een optometrist bezocht.

Soms heb je het niet in de gaten dat je kind oogproblemen heeft

Hoe sneller een oogprobleem wordt opgemerkt, hoe beter. Door er vroeg bij te zijn is de kans groter dat de schade beperkt blijft. Vaak is lastig om een afwijking bij kinderen aan de ogen te ontdekken zonder dat er een test wordt gedaan. Kinderen die slechter zien kunnen dit vaak goed compenseren en verbloemen. Het gebeurt vaak genoeg dat ouders pas achter een sterke afwijking van de ogen komen als er op school of ergens anders een ogentest wordt gedaan. Voor die tijd hebben ouders het soms niet eens in de gaten, dat er oogproblemen zijn bij hun kind. Het is daarom verstandig om ook op jonge leeftijd al regelmatig een ogentest te doen.

Oogproblemen

Hoe herken je oogproblemen bij een kind?

 

Bijziendheid, een gebrekkige oogbeweging of problemen bij de coördinatie tussen beide ogen.
  • Als een kind bij het lezen of het tekenen een boek of blad op minder dan 20 centimeter afstand houdt van de ogen
  • Als een kind bij het lezen of tekenen het hoofd opvallend schuin houdt
  • Als een kind het hoofd meebeweegt tijdens het lezen
  • Als een kind één oog bedekt tijdens het lezen
Problemen met het scherp stellen of met de samenwerking tussen beide ogen
  • Als het een kind niet lukt om zich lange tijd te concentreren
  • Als een kind vaak oververmoeid is na een schooldag
  • Als een kind te lang over schoolwerk doet waarbij gelezen moet worden
  • Als een kind soms dubbel of wazig ziet
Problemen met de oogbeweging
  • Als een kind regelmatig kleine woordjes overslaat
  • Als een kind zinnen herleest of woorden of regels over slaat zonder het op te merken
  • Als een kind tijdens het lezen wijst met de vinger (Dit kan ook door school aangeleerd gedrag zijn)
Problemen met visuele perceptie, ooghandcoórdinatie of onderscheid tussen links en rechts (visuele lateralisatie)
  • Als een kind de letters p en q of b en d door elkaar haalt
  • Als een kind letters of woorden omkeert
  • Als een kind moeilijk op de schrijflijn kan blijven en onregelmatige afstand tussen woorden laat zien
  • Als een kind een woord niet herkent dat het net gelezen heeft
  • Als een kind een rijtje getallen niet goed onder elkaar kan zetten
  • Als een kind moeite heeft om een regel terug te vinden wanneer het zijn blik van het werk voor hem richt naar het schoolbord of wanneer hij iets moet overschrijven
Problemen die wijzen op een visuele stoornis zoals ver- bijziendheid
  • Als een kind na het schrijven, lezen of tekenen last van hoofd- of rugpijn heeft
  • Als een kind geregeld rode ogen of oogleden heeft
  • Als een kind branderige ogen van lezen of tekenen krijgt
  • Als een kind zich opvallend vaak in de ogen wrijft
  • Als een kind veel met de ogen knippert tijdens het lezen of schrijven
  • Als een kind gevoelig is voor fel licht
  • Als een kind de ogen geregeld klein knijpt
Problemen met het visualiserend vermogen door te veel moeten concentreren op technisch lezen
  • Als een  kind tijdens het lezen steeds minder begrijpt wat er gelezen wordt
  • Als een kind zich geen voorstelling kan maken over wat er gelezen wordt
  • Als een kind niet navertellen wat gelezen is.

Oogproblemen

Test de ogen van je kind om oogproblemen en eventuele leerproblemen te voorkomen

Het zou eigenlijk een vast ritueel moeten zijn aan het begin van het schooljaar. Net als dat je naar de tandarts gaat om problemen te voorkomen zou dit ook bij ogen moeten.  Eén op de vier kinderen heeft oogproblemen en ziet daardoor minder goed. Deze problemen kunnen het gedrag van het kind én de leermogelijkheden beïnvloeden. Maar liefst  80% van de leerstof wordt namelijk via de ogen opgenomen.

Wat zag ik dat mij op het spoor zette van oogproblemen?

Dit meisje gaf regelmatig een goed antwoord dat ze vervolgens ergens opschreef waar het niet moest staan. Stel je eens voor hoe verwarrend het moet zijn om wel een goed antwoord te geven maar het wordt steeds fout gerekend omdat je het op de verkeerde plek hebt gezet. Je vraagt je af hoe het dan wel moet, waarom het maar steeds niet lukt. Een leerkracht blijft het maar uitleggen, maar het lijkt niet te beklijven. En de onzekerheid die dit oproept helpt zeker niet mee. Faalangst ligt op de loer en als je eenmaal blokkeert dan lukt het zeker niet meer. Dit probleem is alleen op te merken door door te vragen en mee te kijken tijdens het werk. Vooral in deze tijd met gepaste afstand een uitdaging.

Een leuke, kindvriendelijke,  video waarin een ogentest zit verstopt

Op de website van VisionDirect staat een leuke video waarmee je op een eenvoudige manier kunt zien of een jong kind eventueel ookproblemen heeft. De hoofdrolspeler in de video is de kat Pelzenbob die op reis gaat. De kat maakt allerlei avonturen mee en komt op interessante plaatsen terecht.

In de film zitten maar liefst vier oogtesten verstopt. Samen met je kind kan je de video bekijken en de vragen door je kind laten beantwoorden. Deze test gaat niet alleen om bijziendheid, maar ook om te kijken of je kind last heeft van andere oogafwijkingen. De test bestaat uit een visustest, een rood/ groen test, een kleurenblindheid test of een antigmatische test.

Klik op de link hieronder.

Bekijk hier samen met je kind het filmpje van Pelzenbob op de stie van VisionDirect de kat die de wereld over reist.

Tijdens het kijken wordt je kind vier keer gevraagd om ergens naar te kijken. Het resultaat van de ogentest kun je direct op de site van VisionDirect vinden.

De video is geen vervanging voor de oorspronkelijke ogentest, maar een manier om op een kindvriendelijke wijze eventuele oogproblemen op te sporen.

Zorgt het gebruik van een tablet voor oogproblemen?

De ontwikkeling van ogen duurt tot de leeftijd van 25 jaar. Vanaf het achtste jaar kan er al een ontwikkeling van bijziendheid zijn. Door veelvuldig gebruik van tablets, telefoons en computers kan bijziendheid worden versterkt. Door vaak en lang op schermpjes te kijken gebruiken kinderen hun ogen vooral voor dichtbij. Hierdoor ontwikkelen de ogen zich sterker dan normaal en kan dit bijziendheid veroorzaken.

Hoe voorkom je deze problemen?

Door  kinderen op gezette tijden iets anders te laten doen. Ook kun je ze aanleren om af en toe even in de verte te laten kijken, dat scheelt al een heel stuk. Gamen, lezen of filmpjes kijken met genoeg licht is belangrijk, én natuurlijk ook veel en vaak buitenspelen. Dat is óók voor de ogen heel gezond. Kinderen kijken buiten niet alleen maar dichtbij maar ook verder weg. De ogen worden zo op alle afstanden goed gebruikt en kunnen zich goed ontwikkelen.

Als  je merkt dat er iets niet goed is met het zicht van je kind of twijfel je hierover? Bij kinderen jonger dan 8 jaar is het gebruikelijk om via de huisarts of de jeugdgezondheidszorg een verwijzing te krijgen voor een orthoptist . Met oudere kinderen kun je direct langs bij een opticien.

Mijn tip!!!

Laat in geval van twijfel de ogen nakijken!
Baat het niet, schaden doet het ook niet. Ik hoop voor het meisje dat het leren vanaf nu een stuk eenvoudiger wordt.

Realistisch rekenen

Realistisch rekenen of traditioneel rekenen? Zwakke rekenaars zien door de verschillende strategieën door de bomen vaak het bos niet meer. Gebrek aan automatisering is vaak de oorzaak van reken- en wiskunde problemen op de middelbare school. Dit kan voorkomen worden door eerder ingrijpen op de basisschool en minder de focus op realistisch rekenen te leggen, voor beiden is wat te zeggen een combinatie zou goed zijn.

Wat wordt verstaan onder realistisch rekenen?

Eind vorige eeuw werd als vernieuwing op het traditionele rekenonderwijs het realistisch rekenen ingevoerd. Om meer en beter inzicht in rekenen te krijgen moesten kinderen zelf een oplossingsstrategie bedenken. Door het gebruik van strategieën werd de nadruk van automatiseren verlegd naar begrip. Een hele andere benadering van rekenen dan volgens het traditionele rekenonderwijs. Op zich klinkt dit allemaal best logisch. Helaas zien zwakke rekenaars door al die verschillende strategieen door de bomen het bos niet meer. Ook op middelbare scholen liep men tegen het probleem aan dat veel kinderen het basisrekenen zoals eerder bij het traditioneel rekenen werd aangeleerd misten. Veelal werden daarom bijspijkerklassen gestart. Het kost simpelweg te veel tijd om in de basis nog allerlei bewerkingen te moeten uitvoeren, tafels moet je bijvoorbeeld gewoon op kunnen dreunen. Veel middelbare scholieren lopen vast met wiskunde. Niet omdat ze het niet begrijpen maar simpelweg omdat de basis mist.

Zijn we aan het rekenen of leuke plaatjes aan het kijken?

Om het rekenen realistisch te doen overkomen is getracht om de belevingswereld van kinderen aan te spreken. Plaatjes van speelgoed, vakanties, kortom alles wat voor kinderen leuk is wordt gebruikt om vooral de opdrachten in een mooie context te plaatsen. Voor veel kinderen die visueel zijn ingesteld werkt dit zeer afleidend. En hierdoor dus nog verwarrender. Veel kinderen die voor de Kernvisie Methode worden aangemeld hebben hier last van.

Nog meer verwarring

Aan de hand van een eenvoudig voorbeeld zal ik laten zien dat uitgevers de plank wel eens mis slaan. Begrijpelijk is dat ze methodes mooi willen aankleden. Helaas worden de opdrachten hier niet altijd duidelijker van. Bijgevoegd heb ik een foto van een voorbeeld waar het, mijns inziens, goed mis gaat. Bij een opgave ligt een stripboek op een stickervel. De opdracht is: hoeveel stickers? Wat gaat hier mis? In de eerste plaats leidt het tekeningetje ongelofelijk af. Een soort Packman poppetje eet chips of is het een draak die vuurspuwt? Ah, bijna vakantie, we gaan lekker naar de Efteling naar Joris met de draak. Waar een methode leuk wil aansluiten bij de belevingswereld van een kind, wordt het doel van de som uit het oog verloren.

Problemen met de opdracht

De opgave zelf is ook niet duidelijk. Een stripboek dat zo groot is als 4 stickers is niet erg realistisch, om dat te zien hoef je geen rekenwonder te zijn. Dat wij dit zelf snel zien en weten te parkeren hoeft niet te betekenen dat een kind dit soort wetenswaardigheden ook gemakkelijk opzij schuift. De vraagstelling is ook niet duidelijk. Er staat: “Hoeveel stickers?” Hoeveel stickers wat, hoeveel stickers zie je niet, hoeveel stickers zie je in totaal, hoeveel stickers denk je dat er weg zijn? Daar kunnen verschillende antwoorden op zijn. Maar liefst 7 goede antwoorden! Het is maar net hoe je het leest.

Instructie

Een leerkracht legt natuurlijk uit aan een kind hoe een som moet worden gemaakt. En vaak als het dan niet goed is gegaan dan krijgt een kind te horen dat het had moeten opletten. Toch is dat niet helemaal eerlijk. Een kind moet constant allert zijn, schakelen. Het hoeft niet te leren hoe ze een simpel sommetje moeten intepreteren. Een uitgever moet leren hoe ze een vraag moeten stellen die niet op 7 manieren te interpreteren is. Dat lijkt mij een realisctische vraag.

Oproep

Mijn oproep aan uitgeverijen van lesmateriaal is dan ook om te stoppen met het “opleuken” van de werkboeken. En, laat je als school alsjeblieft niet verleiden tot de aanschaf van het kleurrijkste boek met de leukste tekeningen.

 

Raakt jouw kind ook in de war van die lastige rekensommen? Ik kan helpen! Stuur mij een bericht of maak een afspraak voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek via 06-22479223

Vergoede Kernvisie trajecten via CJG zijn mogelijk, vraag naar de mogelijkheden.

 

Motivatie heb je nodig

Motivatie

Om te ontwikkelen heb je motivatie nodig. Je moet simpelweg nu te noodzaak ervaren voordat je iets doet. Als de motivatie eruit bestaat om de straf van je ouders te ontlopen dan doe je niet automatisch het goede. Maar hoe motiveer je jezelf dan wel?

Intrinsieke motivatie

De mevrouw van de onderwijsinspectie zat achter in de klas mijn les te bekijken. Heel relaxed voel je je op zo’n moment niet. Ik gaf les aan groep 3 en aangezien dat een belangrijk jaar is was ik één van de “gelukkigen”. Ik was wel wat gespannen maar het ging goed. Het was een leuke les en de kinderen deden goed mee. In de pauze werd de les met de mevrouw nabesproken. En wat ze toen zei zal ik nooit vergeten. Ze zei: “De kinderen deden goed mee maar ik zag geen intrinsieke motivatie, ik zag kinderen die voor hun juf wilden werken”. Ik kon met zo’n opmerking helemaal niets. Leuk intrinsieke motivatie maar hoe zie je dat? En dan nog wat, we zitten toch niet altijd in een flow? Maakt het wat uit wat je motiveert?

In beweging komen

Het gaat er om dat je in beweging komt? Toen ik voor de klas stond had ik soms wat onorthodoxe methodes om kinderen te motiveren. Zo zat er in een bepaald jaar een bijzondere jongen in de klas die het fijn vond om bij mij onder het bureau te zitten. Zijn klasgenoten waren aan zijn afwijkende gedrag gewend, ze zaten immers al een paar jaar bij elkaar in de klas. En ik?? Ik gebruikte zijn wens om hem aan het werk te krijgen/ houden. Er waren duidelijke afspraken, werk af, dan mocht hij lekker even weg kruipen. Geen storende geluiden. En een kort lijntje met zijn ouders, één van zijn ouders ging mee met schoolreisjes etc. voor één op één begeleiding. Toen hij ouder werd is hij trouwens wel naar het speciaal onderwijs gegaan. Waar het om gaat was dat hij ook geen intrinsieke motivatie had voor rekenen / taal etc. Maar wel motivatie voor wat hij graag wilde en hij had het er voor over om hiervoor te werken. Is intrinsieke motivatie altijd nodig? Nee!! Maar je hebt wel een vorm van motivatie nodig om vooruit te komen.

Handdoek in de ring of doelen bijstellen?

Je kunt als iets moeilijk is de handdoek in de ring gooien, je kunt ook iets meer moeite doen en je doelen bijstellen. Vele kleine stapjes maken ook één grote. En weten waarom je iets moet doen kan daarmee helpen.

Kan ik je helpen?

Ik bied  de training motivatie verhogen aan. De training is ontwikkeld door Tea Adema. Deze training wordt in 2 delen van een uur gegeven en kost 70 euro. Als je deze training hebt gevolgd heb je niet alleen meer motivatie, de resultaten zullen ook beter worden.

Meer weten of een gratis kennismaking plannen. Stuur mij een bericht of app of bel mij op 06224792

Aanmoediging of ontmoediging?

Ik heb er een hekel aan als juf onder mijn werk “volgende keer beter” zet. Verbaasd kijk ik haar aan. Waarom dan? Het is toch aardig bedoeld? Ja, zucht ze, maar het staat er altijd en het wordt nooit beter. Wat een teleurstelling moet dat zijn. Het lukt maar niet om aan de verwachtingen van de juf te voldoen. Of aan de verwachting van je ouders. Een kind raakt er moedeloos van. 

Helpen we iemand of troosten we onszelf?

Helpt het iemand om dat te horen of troosten we onszelf in onze onmacht. Wat nou als het niet goed komt? Dat geeft vaak een ongemakkelijk gevoel. Daarom is het beter om een balans te vinden tussen hoop en weten. Je weet namelijk pas of iets beter wordt als je bewijs hebt. Vier de kleine stapjes is de goede richting maar geef geen valse hoop. Dit soort aanmoediging werkt vaak averechts. 

Aanmoediging of ontmoediging

 Wat kunnen we wel zeggen? 

  • Dat vind jij lastig hè?
  • Wat vervelend dat dit gebeurt
  • Wat zou je kunnen helpen?
  • Kan ik iets voor je doen?

Erkenning is de sleutel! Door gelijk in de oplossing te schieten ga je voorbij aan het probleem. En ontmoedig je het kind. Het kind zal zich niet gehoord en onbegrepen voelen. 

Ik kan helpen

Als kindercoach help ik kinderen en ouders om weer lekker in hun vel te komen. Door het probleem net op een andere wijze te benaderen kunnen vaak grote stappen voorwaarts worden gezet. 

Van ontmoediging weer naar aanmoediging. 

De intake is gratis, het resultaat waardevol. App, bel (0622479223) of mail mij voor een afspraak. Ik hoop jullie snel te ontmoeten.  

Hoe doorbreek je slechte gewoontes?

Ook bij kinderen ontstaan slechte gewoontes, maar hoe doorbreek je die? Veel ouders geven toe aan slecht gedrag om er maar vanaf te zijn. We kennen allemaal het dreinende kind in de winkel. Als de volumeknop van zo’n kind steeds maar harder gaat dan raken ouders gestressed. Ze voelen zich bekeken en onmachtig, en geven toe. Gevolg is je even rust hebt maar dat het circus zich bij een volgend bezoek aan de winkel weer op dezelfde manier voltrekt. 

Het beste jongetje van de klas 

Dat werd over onze teckel Gijs gezegd. Tijdens de puppycursus ging het super en ook voor de vervolgcursus is hij geslaagd met vlag en wimpel.

Alles bij elkaar gillen

Zo netjes als hij in het klasje aan een slappe lijn wilde lopen, zo ongeleid gaat het uitlaten. En al helemaal als hij andere honden tegenkomt. Hij gilt (ja echt) alles bij elkaar. Tenminste, als hij in de buurt van Tobias is, zijn oude teckelbaas. Daar heeft hij dat van geleerd. En wat eenmaal is geconditioneerd dat leer je niet zo makkelijk meer af. Samen uitlaten is dus nogal een uitdaging.

Wij hebben 3 ruwharige teckels en Gijs is er ruim een jaar geleden bijgekomen omdat ons teckelmeisje Sofie niet goed gesocialiseerd is en nogal hangt aan onze bejaarde teckelbaas Tobias. Tobias is oud, zo oud dat je niet meer in jaren maar in maanden denken.

Zelfde verhaal bij kinderen

Het is niet anders met kinderen. Hoe vaak hoor je niet dat je goede welopgevoede kinderen hebt? Leuk om te horen maar zelf wil je ze af en toe het liefst achter het behang plakken. Of andersom, je kind is altijd degene waar alle blikken op gericht zijn als er iets fout gaat. Maar jij ziet thuis juist een lief en zorgzaam jongetje.

Wat kan helpen?

  • Bedenk je waarom je dit niet wil en dat je even door de zure appel moet bijten. Maar dat een kind daarna weet dat het ongewenste gedrag echt niet (meer) werkt.
  • Onderzoek wat de trigger is, geef je kind vooraf bijvoorbeeld al een krentenbol zodat het niet met trek een winkel in hoeft.
  • Bekijk goed waar het gedrag vandaan komt: Zeurt je kind om het zeuren, wil het aandacht?
  • Laat een kind merken dat het leven echt leuker is zonder vervelend gedrag. Geef je kind  aandacht en denk niet als het rustig is dat je even je eigen ding kunt doen. 
  • Raak niet in paniek, besef je dat je niet de enige bent die hiermee worstelt. 
  • Zorg voor een backup plan, ga weg uit de situatie als dat lukt.
  • Laat je niet gek maken door iedereen die het beter weet. 

Ik kan helpen

Als kinder- en opvoedcoach help ik kinderen en hun ouders om weer op een gezonde manier met elkaar om te gaan. 

Gedrag is vaak plaats- en persoonsgebonden. Vindt je het moeilijk om je kind te corrigeren en weet je niet hoe je ongewenst gedrag kan ombuigen neem gerust contact met mij op. Een gratis intake of telefonisch contact is altijd mogelijk